Soms willen we zo graag vooruit.
We willen helen, loslaten, veranderen, groeien β het liefst gisteren nog.
We zetten stappen, volgen trainingen, lezen boeken, duiken de stilte in, de natuur, het gesprek.
Maar ons systeem kent zijn eigen tempo.
En het laat zich niet opjagen.
Want als je sneller wilt dan wat je benen kunnen dragen, raak je uit balans.
Dan loop je jezelf voorbij. En dat voel je. In je hoofd. In je lijf. In je hart.
Groei vraagt om geduld.
Om vertraging.
Om luisteren β niet alleen naar wat je ππΎππ, maar ook naar wat je ππππ dragen.
In mijn coachpraktijk zie ik het vaak: mensen die al zoveel stappen hebben gezet, maar zichzelf alsnog streng toespreken.
Die denken dat het βsneller moet kunnenβ, of dat ze al βverder hadden moeten zijnβ.
Maar wat als je precies bent waar je nu hoort te zijn?
Wat als je benen je tempo bepalen β niet uit zwakte, maar uit wijsheid?
πΊππ ππππ ππππ.
π¨π
ππ.
π½πππ.
π²πππ πππ πππ ππ ππ πππππππ ππππ.
En weet: elke stap telt. Ook als het langzaam gaat. Ook als het soms een stap terug moet zijn.
Herken jij het verlangen om sneller te gaan dan je eigenlijk kunt?
Wat vertelt jouw lichaam je als je te hard van stapel loopt?