Als voorbeeld enkele gedragspatronen met mogelijke situaties waaruit deze voort zouden kunnen zijn gekomen:

• Keuzes en belangrijke beslissingen maken is niet jouw ding. Je vermijdt dit bij voorkeur of laat deze door iemand anders zoals je partner maken. 
• Je gaat gemakkelijk mee in iedere stroom, maar je valt nooit echt op.  Je eigen mening ergens over delen met anderen, of zelf je eigen mening ergen over hebben vind je moeilijk. 

Dit soort gedragspatronen zie je vaker bij volwassenen die als kind een opvoeding hebben gehad met strenge en strikte regels. Als kind heb je niet goed geleerd situaties zelf in te schatten, omdat je ouders de keuzes altijd voor je hebben gemaakt.

• Je hebt een enorm verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van anderen. Je eigen agenda is altijd overvol, omdat je automatisch ‘ja’ zegt als jou iets wordt gevraagd. Zelfs als dat ten koste van jouw gezondheid.
• Je vraagt zelf niet snel om hulp. Veel weet je zelf te regelen met creatieve oplossingen, maar het gevoel anderen tot last te zijn met jouw vragen en problemen geeft je te veel ongemak.

Deze gedragingen zien we bij volwassenen die als kind meer taken en verantwoordelijkheden kregen dan ze op die leeftijd aankonden. Bijvoorbeeld een kind dat voor zijn/haar jongere broertjes en zusjes moest zorgen. Of als je bent opgegroeid bij ouders die zelf hulp en begeleiding nodig hadden, waardoor je al veel jonger meer op jezelf was aangewezen.

• Tijdens sociale activiteiten ben je minder aanwezig op de voorgrond dan je zou willen. Je hebt daarbij misschien het gevoel dat je ‘op je beurt wacht’ in de groep, terwijl je weet dat  deze nooit echt komt. Daardoor ben je stiller in de groep. Anderen geven jou het compliment dat je zo goed kan luisteren, terwijl je eigen lijk graag ook eens wordt gezien.
• Je hebt het gevoel altijd op scherp te staan qua gevoel. Alles en iedereen om je heen pik je als vanzelf op, en ook je eigen emoties lijken uitvergroot. Van anderen krijg je de feedback dat je ‘altijd zo gevoelig bent’, terwijl het gewoonweg jouw voelsprieten zijn die je niet uit kan zetten.

Deze gedragspatronen kunnen een link hebben met een verleden waarin geweld, dominantie of onderdrukking een vervelende rol hebben gespeeld. Je bent daardoor een kei geworden in waarnemen. Je ziet en voelt alles wat er om je heen gebeurt, omdat je dat een gevoel van veiligheid kan geven.